Radioamateur zenders of zendamateurs
Met radioamateurs of zendamateurs (of in officiële terminologie radiozendamateurs) worden in brede zin personen bedoeld die zich voor hun hobby bezighouden met experimenteren op het gebied van het uitzenden en ontvangen van radio- en/of televisiesignalen. Hiervoor hebben zij de beschikking over een officiële zendvergunning. Deze zendvergunning wordt door de overheid toegekend na het slagen voor een officieel examen, waarbij, afhankelijk van het gewenste vergunningsniveau, het kennisniveau met betrekking tot radio-elektronica en regelgeving getoetst wordt.
Een aantal radioamateurs heeft zich binnen Nederland en België – op vrijwillige basis – ter beschikking van de lokale en regionale overheid gesteld om bij diverse calamiteiten als verbindingshulp te fungeren. Deze radioamateurs zijn verenigd in de Dutch Amateur Radio Emergency Service (DARES), die hiervoor speciaal werd opgericht. In België heet deze groep vrijwilligers B-EARS (Belgian Emergency Amateur Radio Service).
Modulatie vormen
Voor het uitzenden wordt een grote verscheidenheid aan modulatievormen gebruikt, van morsecode, FM- Single Side Band (SSB) en AM-spraak, datasignalen zoals telex-signalen (in FSK, AFSK, QAM), slowscantelevisie (SSTV), amateurtelevisie (zowel analoog als digitaal) en Packet Radio. Radiosignalen zijn elektromagnetische golven, die zich volgens de wetten van Maxwell door de ruimte voortplanten. De voortplanting van radiogolven in de atmosfeer wordt beïnvloed door zonneactiviteit en/of weersinvloeden. Onderzoeken en experimenten naar de voortplanting onder diverse omstandigheden vormen een belangrijk onderdeel van het radiozendamateurisme.Veel radiogolven zijn niet tot de aarde beperkt: er kunnen verbindingen gemaakt worden via een kunstmaan. Ook de maan (Moon Bounce) en meteoroïden kunnen als passieve reflector gebruikt worden om signalen terug naar de aarde te kaatsen.
HAM
Vooral Engelstalige radioamateurs noemen zichzelf ham. Ham is geen afkorting; in het Engels betekent hamming sinds de middeleeuwen overacteren en is een ham een slechte acteur. In de betekenis van telegrafist wordt de term HAM voor het eerst vermeld in het studieboek The Telegraph Instructor van G.M. Dodge in 1899. Guglielmo Marconi had in 1895 de eerste radiotelegraaf uitgevonden, maar het zou tot 1901 duren voordat het toestel via Morse een trans Atlantische verbinding kon maken. In de beginjaren experimenteerden professionele onderzoekers en amateurs volop met antennes en vermogens.
De radiotelegraaf (vonkbrugzendapparaat) werkte op basis van breedbandige elektrische ontladingen en niet specifiek op een bepaalde frequentie, waardoor het haast onmogelijk was meer dan één uitzending tegelijk te ontvangen zonder storing van een andere. In die context ontstond de term ham voor een operator (pejoratief: amateur) die hogere vermogens toepaste dan strikt noodzakelijk voor zijn communicatie, waarmee hij het radioverkeer in de wijde omtrek verstoorde. Radioamateurs blijven zichzelf tot op vandaag ham noemen, waardoor de negatieve bijklank totaal verloren is gegaan.
Transceivers
Een radiozendamateur maakt meestal gebruikt van een commerciële radiozender en -ontvanger, of kortweg een transceiver (transmitter en receiver). Er zijn een aantal bekende merken te koop, waaronder Icom, Wouxon, Yaesu, Kenwood, Anytone, Yeticom, Intek, Midland, Magnum, CRT en Samcom. De digitalisering heeft ook in deze toepassing zijn weg gevonden. Ondanks het feit dat de meeste commerciele toestellen nog steeds grotendeels gebaseerd zijn op analoge technologie is de Software Defined Radio (SDR) aan een sterke opmars bezig. Bij deze laatste wordt het frequentiespectrum door de antenne aangeboden meteen aan de antenne-ingang gedigitaliseerd. Een wijziging van de software laat toe om op een soepele manier bijkomende functionaliteit in de radio toe te voegen en/of te verbetern. Grofweg kunnen transceivers in drie groepen worden ingedeeld:
Antenne
Antennes spelen een belangrijke rol in de activiteit van de radiozendamateur en zijn zonder twijfel zowat het belangrijkste onderdeel van het station. Een groter uitgangsvermogen kan de inefficientie van een slechte antenne niet compenseren, bijgevolg loont het de moeite om het antennesysteem zorgvuldig te ontwerpen of uit te kiezen. Het is tevens een van de domeinen waarbij experimenteren het meest loont. Enkele belangrijke antennetypes zijn:
De Wet en Examens
Voor Nederland bevatten de Telecommunicatiewet en vooral de daarop gebaseerde Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015 voorschriften die relevant zijn voor radiozendamateurs.
Radio (zend)amateurs verkrijgen na het succesvol afleggen van een technisch examen over radiotechniek en geldende regelgeving een machtiging ("zendvergunning") van de overheid om de radioapparatuur te bezitten en te gebruiken. Dit heeft als doel om op een veilige en verantwoorde manier zenders en antennes te installeren en te gebruiken waarbij eventuele storingen veroorzaakt door bijvoorbeeld directe instraling snel en doeltreffend kunnen worden aangepakt en opgelost. Als het examen met goed gevolg is afgelegd mag een aankomend radiozendamateur roepletters (in het Engels: callsign) aanvragen, waarmee hij zich voortaan in al het radioverkeer moet identificeren.
In Nederland kunnen particuliere organisaties onder toezicht van het Agentschap Telecom de examens afnemen en in Belgie examineert het BIPT voorheen RTT (Regie van Telegraaf en Telefoon).
Toegewezen frequenties aan zendamateurs
LF lange golf
MF middengolf
HF korte golf
VHF Very high frequency
UHF Ultra high freqeuncy
SHF Super high frequency
EHF Extreme high frequency
In België zijn op alle banden alle klassen van uitzending toegestaan. Het BIPT legt geen enkele beperking op, enkel ON2/3/9A mogen geen ATV en DATV.
Bent u van plan om zelf radiosignalen uit te gaan zenden? Dan bent u bij Radioamateurwinkel.nl op het juiste adres! Wij hebben een groot assortiment van merken amateur zenders en antennes beschikbaar in verschillende prijsklasses.